Inhoudsopgave
Een kantoor lijkt van alle mogelijke werkplekken een hele schone, misschien wel de aller schoonste optie. Nu is kantoorwerk inderdaad doorgaans geen werk waar je vies van wordt, of waarbij je je zodanig moet inspannen dat je bezweet thuiskomt, en direct onder de douche wilt stappen. Maar of kantoren ook altijd echt zo schoon zijn? Dat hangt voor een groot deel af van de werknemers zelf, en de mogelijkheden die de werkgever hen biedt om schoon en hygiënisch te werken.
Schoon wordt het niet vanzelf
Het is opvallend dat juist werknemers van grotere kantoren, waar de schoonmaak wordt uitgevoerd door een schoonmaakbedrijf en vaak pas na sluitingstijd plaatsvindt, behoorlijk laks kunnen zijn als het om het schoonhouden van de eigen werkplek. Waar binnen menig huishouden door ouders regelmatig aan hun kinderen wordt gevraagd of zij soms in kaboutertjes geloven, die achter hun rug om al hun troep opruimen, lijken deze er binnen grote bedrijven soms echt te zijn. Want zeg nou zelf: al laat je je werkplek nog zo vies achter, de volgende ochtend is hij weer helemaal schoon!
Juist de schaalgrootte en de betrekkelijke anonimiteit zorgen ervoor dat niemand echt de verantwoordelijkheid neemt voor de troep, of zich geroepen voelt deze op te ruimen. Dat doet de schoonmaak wel, wordt al snel gedacht, en dat klopt. Het mag echter best van medewerkers verwacht worden dat zij hun eigen werkplek en de gemeenschappelijke ruimtes enigszins schoon en toonbaar houden, en in ieder geval door hen veroorzaakte viezigheid netjes opruimen. Iets dat je binnen kleinere kantoorruimtes, met wat meer sociale controle, meer ziet gebeuren. Ook als de schoonmaker tijdens werktijd aanwezig is en een bekend gezicht is binnen het bedrijf, zijn mensen meer geneigd de boel netjes te houden. Iemand anders je troep laten opruimen is één, moeten toezien hoe dit gebeurt is voor velen toch wat gênant.
En de viezigheid die je niet ziet?
Naast het zichtbare vuil, zijn er natuurlijk ook de zaken die je niet ziet. De medewerker die na het toiletbezoek verzuimt de handen te wassen, of die een gebruikte tissue op het bureau laat slingeren, met alle gevolgen van dien. Van dit soort onzichtbaar vuil zijn we ons meer en meer bewust geworden. We kijken niet meer op van een dispenser met middelen om de handen te reinigen, en zijn er in veel gevallen zelfs blij mee. Nu we weten dat we juist via onze handen zo makkelijk virussen en bacteriën op elkaar overbrengen, is het prettig dat er op kantoor altijd desinfectiemiddel bij de hand is. Zo wordt de verspreiding van ziektes voorkomen, en wordt een kantoor een écht schone werkplek.